'Behandeling obstipatie bij kinderen lastig en tijdrovend'
4 oktober 13.00 uur
In Nederland krijgt één op de tien kinderen met deze aandoening te maken, veelal in de leeftijd tussen 2 en 6 jaar. Over de oorzaken tasten deskundigen grotendeels in het duister. Voeding speelt waarschijnlijk slechts een marginale rol. “Al weten we zelfs dat niet zeker”, zegt Benninga.
De meest gehoorde hypothese is dat kinderen ergens pijn of ongemak voelen en vervolgens hun ontlasting ophouden. “Als ze daarmee doorgaan en het wordt niet snel genoeg herkend, komen ze in een vicieuze cirkel terecht.”
Hoewel obstipatie geen fatale ziekte is, kan het forse gevolgen hebben voor het kind en zijn omgeving. “Ze gaan niet meer naar sportclubs, krijgen door de infrequente ontlasting vieze broeken en ruiken naar ontlasting. Leerkrachten denken vaak dat deze kinderen onzindelijk zijn.”
De behandeling van kinderen met obstipatie is lastig en vaak tijdrovend. Na vijf jaar is de helft van de kinderen nog steeds geobstipeerd. Kinderen krijgen altijd laxeermiddelen toegediend om de problemen te verhelpen. Als voorschrijver heeft Benninga vaak te maken met apothekers. “Wij schrijven altijd heel hoge doseringen voor. Apothekers vragen mij dan: hoe is het mogelijk dat je voor zo lange tijd zo’n hoge dosering geeft?”
De meeste gebruikte middelen van dit moment zijn polyethyleenglycol en lactulose. Het eerste middel trekt water aan en maakt de ontlasting zacht, het tweede werkt via de bacteriële flora en maakt de ontlasting zuurder. Dit bevordert de peristaltiek en normaliseert de consistentie van de feces.
Op dit moment test het Emma Kinderziekenhuis een middel, genaamd prucalopride, een colonkineticum. “Bij volwassenen is al aangetoond dat het beter werkt dan een placebo. Maar er zijn nog meer middelen in de pijplijn, zoals linaclotide en lubiprostone.”
Benninga is de oprichter van de zogenaamde Poeppoli in het AMC. Deze kliniek is de enige in zijn soort die ook onderzoek doet. De poli draait bijna volledig op externe fondsen (www.poeppoli.nl).