Insulines op reis
Invloed temperatuur op werkzaamheid medicatie
Aanbevolen wordt om insuline koel te bewaren, bij voorkeur in de koelkast (2-8°C). Maar tijdens de reis is een koelkast vaak niet beschikbaar. Om de insuline tijdens de reis op de juiste temperatuur te houden, kan de patiënt een koelbox, isolerend koeltasje of thermoskan gebruiken. Eventueel kan het tussen handdoeken worden vervoerd. Bij gebruik van koelelementen moet de patiënt – om bevriezing te voorkomen – erop letten dat de insuline niet tegen de elementen aan ligt. Want door bevriezing verliest insuline zijn werkzaamheid. Er zijn speciale koeltasjes zonder koelelementen verkrijgbaar die geschikt zijn om insuline in te vervoeren.
Bij een vliegreis moet de insuline in de handbagage omdat de temperatuur in het bagageruim onder het vriespunt kan dalen. Tijdens de vlucht heeft het de voorkeur dat de insuline in de koelkast wordt bewaard. Adviseer de patiënt om voor vertrek contact op te nemen met de luchtvaartmaatschappij of dit mogelijk is. Verder is het verstandig dat de patiënt naast een medicijnpaspoort een ingevulde doktersverklaring bij zich heeft voor de douane.
In elk geval dient insuline op een zo koel mogelijke plek te worden gehouden, dus tijdens een autovakantie niet op de hoedenplank of in het handschoenenkastje. Ook is bescherming tegen direct zonlicht noodzakelijk.
Na de reis
Insulines die mee op vakantie zijn gegaan, worden bij voorkeur niet meer gebruikt na thuiskomst. Zeker als er twijfel is over de bewaartemperatuur tijdens de vakantie. Het beste is om bij de fabrikant na te gaan of er gegevens zijn over de bewaartermijn bij andere temperaturen dan die op de verpakking of in de SPC staat vermeld.
Invloed van temperatuur
De meeste insulines zijn bij kamertemperatuur (15-25°C) vier weken houdbaar. Extreme temperaturen spelen een grote rol bij de ontleding van insulines. Door bevriezing ontstaan veranderingen in de ruimtelijke structuur, waardoor het zijn werkzaamheid verliest. Door hoge temperaturen neemt de werkzaamheid van insuline af, waardoor ook de houdbaarheid korter wordt. Soms kan de heldere insuline troebel worden door hitte of zonlicht, of de insulinesuspensie kan aggregaten gaan bevatten. Bij uiterlijke veranderingen is de insuline altijd onbruikbaar geworden. Echter, een onveranderd uiterlijk wil niet zeggen dat de werking onverminderd is. Om de invloed van temperatuur op de reactiesnelheid in te schatten, wordt de Arrhenius-vergelijking gebruikt. Omdat bij eiwitgeneesmiddelen ook andere fysisch-chemische veranderingen optreden, is deze vuistregel niet toepasbaar. Voor meer informatie over het bewaren van gekoelde producten: zie de LNA-procedure ‘Omgaan met koelkastproducten’.
Patiënteninformatie
Informeer patiënten over het belang van het goed bewaren van insulines. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld de patiënteninformatiefolders over diabetes en reizen op de web-site van de Diabetesvereniging Nederland (dvn.nl) en Novo Nordisk (novonordisk.nl).