Nieuwe richtlijn Neusmaagsonde
Rol weggelegd voor apotheker
De richtlijn heeft tot doel de kwaliteit van de zorg aan patiënten met een neusmaagsonde te bevorderen en de variatie in handelen te verminderen. Een van de hoofdonderwerpen is het toedienen van geneesmiddelen via de sonde. Enerzijds betreft dit de optimale medicatietoediening en anderzijds het voorkomen en oplossen van verstopping van de neusmaagsonde.
Enquête
Bij het opstellen van een richtlijn is het nodig de knelpunten te kennen die spelen bij de toepassing van een neusmaagsonde. Vaak blijken dit de processen te zijn waar variatie in handelen voorkomt. Hiertoe is een verkennende enquête gehouden onder zorgverleners, waaronder verpleegkundigen, artsen, diëtisten en apothekers. De resultaten zijn gebruikt bij de ontwikkeling van de richtlijn.
Bijna drie kwart van de respondenten ervaart knelpunten bij het toedienen van geneesmiddelen via de sonde. Meestal gaat het om gebrek aan kennis over de medicatie. Is de medicatie geschikt voor toediening via de sonde, en zo ja, op welke wijze kan dit het beste gebeuren? Het is voor zorgverleners vaak niet duidelijk welke medicatie vermalen mag worden en welke medicatie gelijktijdig met de voeding mag worden toegediend. Volgens respondenten uit verschillende groepen worden met name op dit onderdeel vaak fouten gemaakt.
De knelpunten die apothekers ervaren zijn zowel inhoudelijk als procesmatig van aard. Inhoudelijk ervaren apothekers gebrek aan kennis over typen sondes en de werkwijze bij het toedienen van medicatie. Procesmatig is er gebrek aan samenwerking tussen zorgverleners, wat vaak leidt tot onvoldoende overdracht van gegevens.
De apotheker is de aangewezen deskundige om te zorgen dat voorschrijvers, andere zorgverleners en patiënten op een goede manier omgaan met orale geneesmiddelen bij het toedienen van deze geneesmiddelen, zoals ook vermeld staat in deze richtlijn.
Oralia VTGM
De werkwijze bij het toedienen van medicatie via de sonde staat beschreven in Oralia VTGM op de KNMP Kennisbank: hét naslagwerk dat gegevens bevat over het gereedmaken en toedienen van orale geneesmiddelen bij patiënten met slikproblemen of een voedingssonde. Oralia VTGM wordt medio 2012 uitgebreid met informatie over onder andere de verschillende typen sondes en de verschillende materiaalsoorten.
Oralia VTGM is opgesteld voor (ziekenhuis)apothekers, als hulpmiddel bij de beantwoording van vragen over orale en gastro-enterale toediening van geneesmiddelen. Ook zijn er instructies opgenomen die de (ziekenhuis)apotheker beschikbaar kan stellen aan de verpleegkundige. De KNMP Kennisbank is niet het enige publicatiekanaal. In het voorjaar zal een website beschikbaar komen die de (ziekenhuis)apotheker direct toegankelijk kan stellen voor de verpleegafdelingen in ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen.
Bijdrage apothekers
Aan de verkennende enquête voor deze richtlijn hebben 25 apothekers deelgenomen. Daarnaast heeft de KNMP deelgenomen aan de multidisciplinaire expertgroep, die verantwoordelijk is voor het vaststellen van de inhoud van de richtlijn. De werkwijze bij het toedienen van medicatie zoals beschreven in de richtlijn komt overeen met de serie LNA-procedures ‘Aanpassing vast naar vloeibaar’ en ‘Sondevoeding en geneesmiddelen’. Daarnaast wordt in de richtlijn verwezen naar Oralia VTGM.
Met het goedkeuren van de richtlijn door verschillende beroepsgroepen, waaronder de KNMP, geldt deze richtlijn als leidraad bij de zorg aan patiënten met een neusmaagsonde.
De richtlijn is te vinden op de website van de V&VN (www.venvn.nl) of rechtstreeks via http://bit.ly/xoRO3E.