Afnemend gebruik in kaart gebracht
Door veranderende inzichten in de toepassing van geneesmiddelen, verandert de mix van afgeleverde geneesmiddelen continu. De SFK onderzocht welke receptplichtige geneesmiddelen in 2010 in vergelijking met vijf jaar geleden minder zijn toegepast. De SFK hanteerde het aantal gebruikers van geneesmiddelen op ATC5-niveau als maat. ATC5 is het niveau van (combinaties van) werkzame stoffen. De oorzaken van het afnemend gebruik zijn vaak therapeutische verschuivingen. Die vinden hun weerslag in geactualiseerde standaarden.
Antibiotica aan kop
In de lijst met middelen die artsen in 2010 aan minder mensen voorschreven dan in 2005, staat de antimicrobiële ooggel met fusidinezuur met 180.000 minder gebruikers bovenaan. Het wordt bij oppervlakkige infecties aan de oogleden of op het oog toegepast. De herziene NHG-standaard ‘Het rode oog’ raadt het gebruik van fusidinezuur bij de behandeling van een bacteriële conjunctivitis af; de bacterie die de infectie veroorzaakt is in 80% van de gevallen resistent tegen fusidinezuur. De daling lijkt gecompenseerd door het gebruik van oogmiddelen met chlooramfenicol. Daarvan is het aantal gebruikers in de afgelopen jaren met 190.000 toegenomen.
Claritromycine is een tweedekeusmiddel bij de behandeling luchtweginfecties en komt op de lijst met dalers op de tweede plaats. In 2010 waren er 140.000 gebruikers minder (-36%) dan in 2005. Penicillines zijn bij de behandeling van dergelijke infecties de middelen van eerste keus. Het is mogelijk dat daarom de keus vaker is gevallen op de combinatie van amoxicilline met enzymremmer clavulaanzuur. Dit middel kende een toename van 125.000 gebruikers over de afgelopen vijf jaar.
Andere dalers
Eind 2004 adviseerde het NHG huisartsen om metoprolol voor te schrijven als een selectieve bètablokker als antihypertensivum nodig is. Van dit advies zijn de gevolgen voor bètablokker atenolol overduidelijk. Ten opzichte van 2005 is het aantal gebruikers in 2010 met 100.000 gedaald tot 150.000. Metoprolol is al enige jaren het meest voorgeschreven receptplichtige geneesmiddel.
Benzodiazepines komen sinds 1 januari 2009 behoudens een aantal specifiek omschreven situaties niet meer in aanmerking voor vergoeding binnen de basisverzekering. Deze maatregel blijkt binnen deze groep middelen de meeste gevolgen te hebben gehad voor diazepam. Deze neemt plaats vier in. Het aantal gebruikers in 2005 daalde met ruim 85.000 (-21%) tot 325.000 in 2010. Voor de meest gebruikte benzodiazepines temazepam en oxazepam lagen deze percentages met -9,3% respectievelijk -7,6% een stuk lager.
De daling van het aantal gebruikers van het H2-receptorblokkerende ranitidine (plaats vijf) past in het beeld dat artsen bij maagzuurproductieremming als eerste keus een protonpompremmer voorschrijven. Het aantal gebruikers van ranitidine daalde tussen 2005 en 2010 met bijna 80.000 (-31%) naar 175.000. Daartegenover staat dat de protonpompremmer omeprazol met een plus van bijna één miljoen gebruikers de eerste plaats inneemt bij de middelen met het grootst groeiend aantal gebruikers tussen 2005 en 2010.
Pil
De afgelopen jaren nam het gebruik van een aantal derde generatie anticonceptiepillen sterk af. Dit geldt met name voor de combinaties van ethinylestradiol met desogestrel (Marvelon en Mercilon, plaats 7) en de combinaties van ethinylestradiol en gestodeen (Minulet, Femodeen, Harmonet en Meliane, plaats 10). Van beide genoemde combinaties samen ligt het totaal aantal gebruikers in 2010 ongeveer 130.000 (-36%) lager dan de 360.000 in 2005.