Gematigde groei geneesmiddelenuitgaven
In 2010 bedroegen de uitgaven aan geneesmiddelen die via Nederlandse openbare apotheken zijn verstrekt en binnen het wettelijk verzekerd pakket vallen, € 4.921 miljoen. Het uitgavenniveau ligt hiermee € 132 miljoen (2,8%) hoger dan in 2009. Deze groei valt net iets hoger uit dan in 2008 en 2009, toen de totale uitgaven met respectievelijk 1,9% en 1,0% toenamen. In het licht van de verwachte structurele uitgavengroei voor de farmaceutische zorg van gemiddeld 7,5%, is de conclusie gerechtvaardigd dat in 2010 opnieuw sprake is van een gematigde uitgavengroei.
Geneesmiddelenkosten
De materiaalkosten voor de geneesmiddelen (AIP na aftrek van de clawback) kwamen in 2010 uit op € 3.652 miljoen en zijn daarmee € 29 miljoen lager dan in 2009. Het preferentiebeleid en de door de Wet Geneesmiddelenprijzen afgedwongen prijsverlagingen zijn in belangrijke mate verantwoordelijk voor de lagere geneesmiddelenkosten. Het gemiddelde prijspeil van geneesmiddelen lag in december 2010 5% lager dan in december 2009. Voor generieke geneesmiddelen was dat zelfs 20% lager. Het blijvend toenemende aandeel van verstrekkingen van generieke geneesmiddelen zorgde daarnaast voor een versterkend kostenverlagend effect. Tegenover deze kostendempende effecten stond een stijging van het geneesmiddelgebruik. Uitgedrukt in standaarddagdoseringen (DDD’s) bedroeg deze toename 3,9%. Dit is duidelijk hoger dan op grond van de vergrijzing en de bevolkingsgroei verwacht mocht worden. Een extra kostenstijgend effect ligt in het toenemend aantal verstrekkingen van dure geneesmiddelen. Hieronder verstaat de SFK geneesmiddelen waarvan de uitgaven per voorschrift meer dan € 500 bedragen. De totale uitgaven aan dure geneesmiddelen die openbare apotheken verstrekken namen in 2010 met € 30 miljoen toe tot € 1.007 miljoen. Deze uitgavengroei gaat echter vrijwel geheel aan de reguliere (wijk)apotheek voorbij, omdat fabrikanten van dure geneesmiddelen er niet zelden voor kiezen om deze middelen selectief te distribueren.
Tariefinkomsten
De tariefinkomsten voor openbare apotheken voor geneesmiddelen die in het basispakket zijn opgenomen, kwamen in 2010 uit op een bedrag van € 1.269 miljoen. Met een totaal van € 1.233 miljoen bestaat dit bedrag voor verreweg het grootste deel uit receptregelvergoedingen voor WMG-geneesmiddelen. De rest bestaat uit marge op geneesmiddelen die een buiten-WMG-status hebben. In vergelijking met 2009 namen de inkomsten uit receptregelvergoedingen voor apotheken met € 159 miljoen toe. De oorzaak van deze op het oog forse stijging van 14,9% ligt vooral in de door de NZa verhoogde maximumtarieven. Deze tariefverhoging van gemiddeld € 7,28 in 2009 tot € 7,92 in 2010 voerde de NZa door om de verminderde inkomsten uit de inkoop voor apotheken te compenseren. Onder meer als gevolg van het door zorgverzekeraars gevoerde preferentiebeleid daalden voor de apotheken de inkomsten uit kortingen. Deze kortingen maken officieel onderdeel uit van de inkomsten van apothekers maar worden door de NZa verrekend in de tarieven die apothekers maximaal in rekening mogen brengen. Verder is de toename van de inkomsten uit receptregelvergoedingen vooral een volume-effect. Op basis van de ontwikkelingen van het aantal verstrekkingen en aanvullende prestaties zouden de inkomsten uit de receptregelvergoeding in 2010 met 4,1% zijn toegenomen. Dit percentage is vrijwel gelijk aan de toename van het aantal DDD’s.