Groei antibiotica alleen door urineweginfecties
In de periode 2000 tot 2005 nam het gebruik van antibiotica ieder jaar een beetje af. In 2005 steeg het aantal verstrekkingen eenmalig met 6,6%. Die stijging is niet toe te schrijven aan specifieke groepen antibiotica. Vanaf 2006 is het aantal verstrekkingen van antibiotica door Nederlandse openbare apotheken stabiel, met een uitzondering voor de groep urinewegantibiotica. Het aantal voorschriften van antibiotica onder weglating van de urinewegantibiotica kwam zowel in 2005 als in 2012 uit op 5,5 miljoen.
In de jaren daartussen schommelde het aantal tussen de 5,5 miljoen en 5,7 miljoen verstrekkingen, maar is geen netto stijging waarneembaar. Anders is dat voor de urinewegantibiotica. Lag in 2005 het aantal voorschriften van deze groep nog op 1,1 miljoen, in de afgelopen zeven jaar is dit gestegen tot 1,7 miljoen in 2012. Deze toename is vrijwel geheel toe te schrijven aan nitrofurantoïne met 610.000 verstrekkingen in 2005 en 1,2 miljoen in 2012.
Licht omhoog
Hoewel het aantal verstrekkingen van antibiotica, zonder die voor de urineweginfecties, in de periode 2005 tot en met 2012 geen netto stijging vertoont, is er een aantal antibiotica(groepen) waarbinnen in beperkte mate trends waarneembaar zijn. Zo steeg in de genoemde periode het aantal verstrekkingen van het meest gebruikte antibioticum amoxicilline van 2,1 miljoen tot 2,3 miljoen. Dit middel hoort tot de groep penicillines.
De matige stijging komt in zijn geheel op het conto van de vaste combinatie van amoxicilline met clavulaanzuur. Deze laatste stof beschermt de werking van amoxicilline door het effect van het enzym bèta-lactamase te remmen. Dit enzym dat door bacteriën wordt afgescheiden is in staat om amoxicilline en sommige andere penicillines af te breken, waardoor bacteriën ongevoelig worden voor deze antibiotica. Het aantal voorschriften van de combinatie van amoxicilline met clavulaanzuur is sinds 2005 gestegen van 800.000 tot 1,0 miljoen in 2012.
Neerwaarts
Tegenover de lichte stijging van het gebruik van amoxicilline staat een daling van het gebruik van de macroliden. Het aantal verstrekkingen van de middelen uit deze groep is gedaald van 950.000 in 2005 tot 830.000 in 2012. Claritromycine en azitromycine zijn de meest gebruikte vertegenwoordigers van de groep macroliden, die worden beschouwd als reserveantibiotica voor infecties door micro-organismen die resistent zijn tegen penicilline.
Het gebruik van claritromycine is in de afgelopen zeven jaar sterk afgenomen, van 460.000 voorschriften in 2005 tot 250.000 in 2012. Daartegenover stond een groei van het aantal verstrekkingen van azitromycine van 400.000 tot 520.000. Van erytromycine, de oudste vertegenwoordiger in deze groep, daalde het aantal verstrekkingen licht, van 70.000 tot 60.000.
Het gebruik van tetracyclines vertoont sinds 2005 een netto daling van zo’n 65.000 verstrekkingen en kwam in 2012 uit op 1,15 miljoen. Het aantal voorschriften ging in de eerste jaren iets omhoog, terwijl het daarna weer langzaam afnam. Dit is vooral toe te schrijven aan doxycycline met 1,0 miljoen verstrekkingen in 2012. Minocycline, dat in de praktijk ook voor acne wordt toegepast, kent sinds 2005 een stabiel aantal verstrekkingen, dat rond de 110.000 ligt.
Gelijk niveau
Het gebruik van fluorchinolonen ligt met 530.000 voorschriften in 2012 op praktisch hetzelfde niveau als in 2005. Ook deze middelen worden beschouwd als reserveantibiotica. Ciprofloxacine, het meest gebruikte middel, kende in deze periode een stijging van 250.000 tot 350.000. Het gebruik van norfloxacine, het op één na meest verstrekte fluorchinolon, nam navenant af.