Puber gebruikt kwart van gemiddelde hoeveelheid
Middelen bij ADHD en hooikoorts worden meer dan gemiddeld gebruikt
Nederlandse apotheken verstrekten in 2015 aan jongeren van 12 tot en met 17 jaar ruim drie miljoen keer een geneesmiddel dat behoort tot het wettelijk verzekerde pakket. Dit komt overeen met 153 miljoen standaarddagdoseringen (DDD). Hoewel deze pubers 7,2% van de bevolking uitmaken, gebruiken ze maar 1,8% van alle DDD’s die de apotheken vorig jaar aan pakketgeneesmiddelen verstrekten. Gemiddeld gebruikt een puber daarmee ongeveer een kwart van de hoeveelheid die de gemiddelde inwoner van Nederland slikt.
Deze lage geneesmiddelenconsumptie komt vooral doordat pubers – vanzelfsprekend – nog nauwelijks geneesmiddelen gebruiken die horen bij het ouder worden, zoals middelen bij hart- en vaatrisico’s. Van de tien geneesmiddelen met de meeste pubergebruikers zijn er maar vier die ook in het lijstje staan van de tien middelen met de meeste gebruikers onder alle leeftijden. De overige zes nemen op die lijst maar een bescheiden positie in.
Meer dan gemiddeld
In 2015 waren er ruim 1 miljoen jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar. Aan ongeveer 73.000 van hen verstrekten de openbare apotheken een keer of vaker het ADHD-middel methylfenidaat. Dat wil zeggen dat dit geneesmiddel door 6,7% van de pubers is gebruikt. Van de gehele bevolking heeft maar 1,3% dit middel gebruikt. Naar verhouding gebruiken daardoor ongeveer vijf keer meer pubers methylfenidaat, wat het een typisch pubergeneesmiddel maakt.
Ook de in de top 10 vermelde antihistaminica desloratadine en levocetrizine, hebben binnen deze leeftijdsgroep naar verhouding meer gebruikers dan gemiddeld. Ze worden door respectievelijk 1,5 en 1,3 keer meer pubers gebruikt dan gemiddeld.
Twee andere geneesmiddelen uit die top 10 kennen naar verhouding minder gebruikers. Dat geldt voor de pijnstiller diclofenac, dat maar door 3% van de pubers is gebruikt tegen 7,7% bij alle leeftijden, en voor het antibioticum amoxicilline waarbij het om respectievelijk 3,8% en 7,2% gaat. Van de overige middelen in de top 10 komen de aandelen van de gebruikers onder de pubers ongeveer overeen met het gemiddelde.
Anticonceptiepil
Onder de pubers telt de anticonceptiepil waarin een oestrogeen met levonorgestrel is gecombineerd, de meeste gebruikers: 126.000. Ze krijgen de pil tot hun 21ste verjaardag vergoed uit het basispakket; boven die leeftijd alleen nog onder speciale voorwaarden. Het aandeel van de pubermeiden die deze pil gebruiken, verschilt per leeftijd. Voor de 14-jarigen geldt dat bijna 10% zo’n pil gebruikt. Dat loopt op tot 21% van de 15-jarigen, 36% van de 16-jarigen en 47% van de 17-jarigen.
ADHD-middel methylfenidaat is meest typische pubermiddel
rang | geneesmiddel | toepassing | gebruikers | aandeel gebruikers | rang | |
12 t/m 17 jaar | bij alle leeftijden | alle leeftijden | ||||
1 | oestrogeen met levonorgetrel* | anticonceptiepil (diverse merken) | 126.000 | 11,5% | * | * |
2 | methylfenidaat | bij ADHD | 73.000 | 6,7% | 1,3% | 64 |
3 | desloratadine | bij hooikoorts | 64.000 | 5,8% | 3,9% | 17 |
4 | salbutamol | bij astma | 60.000 | 5,5% | 5,3% | 8 |
5 | indifferente dermatica | bij eczeem | 48.000 | 4,4% | 5,4% | 7 |
6 | amoxicilline | antibioticum | 41.000 | 3,8% | 7,2% | 2 |
7 | dermatica met fusidinezuur | bij huidinfecties | 40.000 | 3,6% | 3,5% | 23 |
8 | diclofenac | pijnstiller | 33.000 | 3,0% | 7,7% | 1 |
9 | dermatica met triamcinolon | bij eczeem | 31.000 | 2,8% | 3,7% | 21 |
10 | levocetirizine | bij hooikoorts | 31.000 | 2,8% | 2,2% | 36 |
*) Vergelijking niet mogelijk omdat cijfers gelden voor vergoeding uit basispakket.