Voorstel pakketbeperking treft 1,7 miljoen patiënten
Uiteindelijke effecten advies Zorginstituut laten zich moeilijk voorspellen
Het Zorginstituut Nederland (ZIN) bracht dit conceptadvies uit op verzoek van minister Schippers van VWS. ZIN is van mening dat de kosten van mineralen en vitaminen die ter preventie worden geslikt niet thuishoren in het verzekerde pakket als er nagenoeg gelijkwaardige handverkoopgeneesmiddelen te koop zijn of als de kosten voor de gemiddelde patiënt relatief laag zijn. Als de minister het uitstroomadvies overneemt, zullen – gebaseerd op de cijfers over 2015 – 1,7 miljoen patiënten gemiddeld € 76 niet meer vanuit hun basiszorgverzekering vergoed krijgen. Van een echte besparing is ook geen sprake. Patiënten draaien zelf op voor de kosten of mijden het gebruik.
Tot de uit te stromen producten behoren ook middelen die worden toegepast in situaties met serieuze gezondheidsrisico’s. Zo wordt foliumzuur onder meer toegepast om bijwerkingen van methotrexaat te voorkomen. Vitamine K wordt op recept van de trombosedienst ingezet bij ontregelde gebruikers van vitamine-K-antagonisten (bloedverdunners) om de stollingstijd te verkorten. Kalium wordt toegepast bij mensen met een aangetoond kaliumtekort, dat een bekende bijwerking is van bepaalde geneesmiddelen en potentieel levensbedreigend.
Vitamine D en calcium
Van de uit te stromen middelen vormen calcium en vitamine D qua uitgaven de grootste groepen. Deze middelen, vooral vitamine D, nemen sinds een advies hierover van de Gezondheidsraad een voorname plaats in bij de preventie van fractuurrisico’s bij mensen met osteoporose. Dat blijkt ook uit de in 2012 verschenen NHG-Standaard Fractuurpreventie: in eerste instantie alleen vitamine D toepassen en zo nodig calcium, voordat andere middelen zoals bisfosfonaten worden ingezet. Overigens blijven wel combinatiepreparaten met bisfosfonaten, vitamine D en kalk binnen het verzekerde pakket beschikbaar.
Paracetamoltabletten van 1000 mg staan in het uitstroomadvies omdat er gelijkwaardige vormen van paracetamol in de handverkoop beschikbaar zijn, die al jaren van vergoeding zijn uitgesloten. De tabletten van 1000 mg hebben een receptplicht en zijn geregistreerd voor gebruik bij gewrichtspijnen bij reuma en artrose.
Financiële gevolgen
Uit cijfers van de SFK blijkt dat de uit te sluiten middelen in 2015 door 1,7 miljoen patiënten zijn gebruikt. De totale uitgaven aan deze middelen bedroegen dat jaar zo’n € 127 miljoen. Dat betekent dat gemiddeld € 76 per patiënt niet meer voor vergoeding in aanmerking komt. Voor de 75-plussers loopt dat bedrag op tot gemiddeld € 107.
Wat de uiteindelijke (financiële) effecten zijn laat zich lastig voorspellen, omdat op voorhand niet bekend is of en zo ja in welke mate uitwijk plaatsvindt naar andere wel vergoede geneesmiddelen (NOAC’s in plaats van de vitamine-K-antagonisten), of de patiënt middelen laat staan (met ernstige gezondheidsrisico’s tot gevolg) en hoe hoog de kosten van de alternatieven zullen uitpakken.