40% van voorschriften MDL-artsen is een laxans
Dure geneesmiddelen bepalen meer dan 70% van kosten aan ‘MDL’-medicijnen
Nederland telt ongeveer 450 maag-darm-leverartsen, kortweg MDL-artsen. SFK heeft in de verstrekkingsgegevens van openbare apotheken onderzocht welke soorten geneesmiddelen deze artsen voorschrijven bij de aandoeningen die ze behandelen. Die aandoeningen variëren van diarree tot verstoppingen, van hepatitis tot levercirrose, van slikklachten tot pancreaskanker en van overgewicht tot chronische darmontstekingen. Veelal verrichten ze ook endoscopieën.
Meest voorgeschreven
Laxantia – bestaande uit osmotisch werkende laxantia, contactlaxantia en volumevergrotende laxantia – maakten vorig jaar 39% uit van alle voorschriften van de MDL-artsen. Meer dan de helft van de laxeermiddelvoorschriften van MDL-artsen zijn bedoeld voor darmlediging ter voorbereiding van een darmonderzoek.
Andere groepen geneesmiddelen die MDL-artsen vaak voorschrijven zijn maagzuurremmers in de vorm van protonpompremmers. Het gaat daarbij om 7,7% van de voorschriften van MDL-artsen. In dezelfde ordegrootte (6,5%) ligt het aandeel van voorschriften van mesalazine. Dit middel werkt in de darmen en remt ontstekingen in de darmwand. Het wordt onder meer toegepast bij de chronische darmziekte colitis ulcerosa. De orale toedieningsvormen, granulaat en tabletten zijn voorzien van een coating. Het type coating bepaalt in welk deel van de darm de mesalazine vrijkomt en werkzaam is. Voor het laatste deel van de darmen zijn klysma’s en zetpillen beschikbaar. De immunosuppressiva uit de ATC4-groep L04AX, met azathioprine als belangrijkste vertegenwoordiger, maken 3% uit van de recepten van MDL-artsen. Deze middelen worden gebruikt ter voorkoming van afstotingsreacties tegen gedoneerde organen na transplantatie.
Uitgedrukt in standaarddagdoseringen (DDD) schrijven MDL-artsen vooral mesalazine en protonpomp-remmers voor. Beide hebben een aandeel van 18,7% van alle DDD’s die de MDL-artsen voorschrijven. Bij deze maat, die bedoeld is om de hoeveelheid van de voorgeschreven geneesmiddelen in uit te drukken, treden vooral geneesmiddelen op de voorgrond die langdurig worden gebruikt.
Qua kosten van de geneesmiddelen die MDL-artsen voorschrijven, voeren – gebaseerd op de officiële apotheek inkoopprijs (AIP) – twee andere geneesmiddelgroepen de boventoon. Beide behoren ze tot de dure geneesmiddelen. Het zijn de nieuwe generatie HCV-geneesmiddelen die worden gebruikt ter bestrijding van het hepatitis C en de TNF-alfaremmers. De eerstgenoemde groep neemt 38,4% van alle kosten van door MDL-artsen voorgeschreven geneesmiddelen voor hun rekening. Voor deze middelen heeft de overheid met de fabrikanten geheime prijsafspraken gemaakt, die achteraf worden verrekend. De TNF-alfaremmers hebben een kosten-aandeel van 32,8%. Deze middelen zijn enkele jaren geleden overgeheveld naar het ziekenhuisbudget, waardoor de kosten niet meer tot de farmaceutische zorg, maar tot ziekenhuiszorg behoren. Binnen de TNF-alfaremmers schrijven MDL-artsen vooral adalimumab voor, ter behandeling van darmontstekingen zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa.