Aandeel nieuw generatie diabetesmiddelen is stabiel
Toename van het gebruik van SGLT2-remmers zet door
In 2016 verstrekten Nederlandse openbare apotheken aan 900.000 patiënten diabetesmedicatie. Van hen gebruikten 150.000 patiënten uitsluitend insuline of een insuline-analogon, 580.000 uitsluitend een oraal antidiabeticum en 170.000 beide middelen. Aan 71.000 diabetespatiënten werd een oraal antidiabeticum van de nieuwe generatie verstrekt, een toename van 4% ten opzichte van een jaar eerder.
Hoewel het aantal mensen dat een antidiabeticum van de nieuwe generatie gebruikt slechts 9% van alle gebruikers van orale antidiabetica uitmaakt, nemen zij 68% van de genees-middelkosten van de orale antidiabetica voor hun rekening. De kosten voor alle orale antidiabetica samen kwamen in 2016 uit op ruim € 50 miljoen.
Het aantal gebruikers van de DPP4-remmers en de GLP1-agonisten – orale antidiabetica van de nieuwe generatie die al wat langer op de markt zijn – stabiliseert. Dit zijn respectievelijk ongeveer 50.000 en 13.000 gebruikers. De groei van het aantal gebruikers van de SGLT2-remmers, die pas enkele jaren op de markt zijn, zette zich ook in 2016 voort. Het aantal gebruikers van dapagliflozine nam met 2400 toe tot 6000 en dat van empagliflozine van een paar honderd tot 2000.
Nieuwe combinatie
Bij de medicamenteuze behandeling van diabetes mellitus type 2 is volgens de NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 het orale bloedglucose-verlagende middel metformine het eerstekeusmiddel. In 2016 gebruikten in totaal 685.000 personen metformine. Het gebruik van insuline kan worden uitgesteld door inzet van nieuwe generatie orale antidiabetica. De vergoeding van de nieuwe generatie orale antidiabetesmiddelen is beperkt tot patiënten bij wie de combinatie van metformine en andere orale antidiabetica te weinig effect sorteert en die geen insuline gebruiken.
Sinds eind vorig jaar is er voor het eerst een combinatie van een insuline en een ander type bloedglucoseverlagend middel op de markt beschikbaar. Het gaat om Xultophy, een combinatie van insuline degludec en de GLP1-agonist liraglutide. Op advies van het Zorginstituut Nederland heeft de minister van VWS besloten om deze combinatie per 1 januari 2017 onder strikte voorwaarden te vergoeden uit het basispakket.
Regionale verschillen
Het gebruik van de nieuwe diabetesmiddelen laat regionaal nog wat verschillen zien. Uitgedrukt in standaarddagdoseringen (DDD) maakten in 2016 de nieuwe middelen landelijk gemiddeld 6% uit van alle orale antidiabetica. In de (oude AWBZ-)regio’s Noord-Holland Noord (3%), Arnhem (3,3%) en Nijmegen (3,5%) worden de nieuwe middelen beduidend minder voorgeschreven, terwijl dat in de regio’s Haaglanden (6,9%) en Delft Westland Oostland (8,0%) meer dan gemiddeld wordt gedaan.