Aantal apotheken in 25 jaar met een derde toegenomen
Deregulering en de komst van speciale apotheken dragen bij aan toename
De toename van het aantal openbare apotheken met zo’n vijfhonderd trad voornamelijk op in de jaren 1995 tot 2010. In die periode vonden ook dereguleringen plaats die bijdroegen aan die stijging. Zo verviel in 1996 niet alleen de eis dat iedere apotheek over een ingerichte bereidingsruimte en laboratorium moest beschikken, maar ook de regelgeving rond de openingstijden van apotheken. Drie jaar later, in 1999, werd het mogelijk dat apothekers in dienst kwamen van bijvoorbeeld groothandels om een apotheek te leiden waarvan die groothandel eigenaar was. Dit is het startpunt van de ontwikkeling van de ketenapotheken.
In de jaren 1995 tot 2000 nam vooral het aantal wijkapotheken toe. Naast de liberalisering van het overheidsbeleid, hing de toename van het aantal apotheken ook sterk samen met de ontwikkeling van nieuwbouwwijken.
Vanaf het begin van deze eeuw kwamen met name de gespecialiseerde apotheken op. Dat begon met dienstapotheken. Omdat huisartsen hun avond- en weekenddiensten onderbrachten bij regionaal werkende huisartsenposten, openden nieuwe dienstapotheken in de nabijheid van huisartsenposten hun deuren.
Hoewel het vanaf april 2000 ziekenhuizen was toegestaan om poliklinische apotheken te exploiteren, liet de opkomst daarvan iets langer op zich wachten. Patiënten kunnen bij poliklinische apotheken na afloop van een specialistenconsult of na ontslag na een ziekenhuisopname direct de medicijnen voor thuisgebruik afhalen. Vanaf 2007 nam het aantal poliklinische apotheken sterk toe. Inmiddels heeft vrijwel ieder ziekenhuis een poliklinische apotheek.
Vanaf 2009 blijft het totaal aantal openbare apotheken ongeveer gelijk. Het aantal wijkapotheken nam zelfs af. Dit heeft ongetwijfeld te maken met de apotheekmarge die fors onder druk is komen te staan door de brede invoering van het preferentiebeleid in 2008, maar ook omdat de vergoeding voor de farmaceutische zorg achterbleef bij de ontwikkeling van de zorgvraag.
Achterblijvende vergoeding
Uitgedrukt in standaarddagdoseringen (DDD) is de zorgvraag in de afgelopen 25 jaar met jaarlijks met 4,9% toegenomen, terwijl de apotheekvergoeding – gecorrigeerd voor inflatie – met maar 2,0% per jaar toenam. In de afgelopen vijf jaar blijft de apotheekvergoeding zelfs sterk achter bij de inflatie.