Palliatieve sedatie vaker ingezet bij levenseinde
Palliatieve sedatie in thuissituatie bij meer dan één op de vijf sterfgevallen
Openbare apotheken verstrekten vorig jaar ruim 61.000 keer een geneesmiddel dat bij palliatieve sedatie kan worden toegepast. In 58.000 gevallen was dat midazolam. De rest betreft levomepromazine. Voor midazolam komt de stijging van het aantal verstrekkingen de laatste tien jaar neer op gemiddeld 12,5% per jaar, de laatste vijf jaar zelfs op gemiddeld 13,5%. Het aantal verstrekkingen van levomepromazine vertoont de laatste vijf jaar geen structurele stijging en schommelt in die periode zo rond de 2800 per jaar.
Richtlijn
De KNMG meldt op haar website dat palliatieve sedatie een normale medische handeling is, waarbij het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase wordt verlaagd om zijn lijden te verlichten. Palliatieve sedatie is geïndiceerd als een patiënt onbehandelbare ziekteverschijnselen heeft en daaraan ondraaglijk lijdt. Bovendien moet de patiënt naar verwachting binnen één tot twee weken overlijden aan de onderliggende ziekte. Palliatieve sedatie heeft niet als doel het leven te bekorten. Het onderscheidt zich daarmee nadrukkelijk van euthanasie.
Volgens de KNMG-richtlijn Palliatieve sedatie uit 2009 is midazolam het middel van eerste keus. Zo nodig wordt levomepromazine toegevoegd aan de behandeling. Bij palliatieve sedatie worden alleen de parenterale vormen (voor injectie of infusie) gebruikt. Als derde stap komt propofol in aanmerking. Over het gebruik van dit laatstgenoemde middel, dat in Nederland alleen in ziekenhuizen wordt toegepast, heeft de SFK om die reden geen gebruikscijfers.
Aantal personen
Om na te gaan bij hoeveel personen in 2016 palliatieve sedatie is toegepast, heeft de SFK het aantal personen geteld waarbij het verschil tussen de laatste afleverdatum van midazolam (voor parenterale toediening) en de laatste afleverdatum van enig (ander) middel, maximaal veertien dagen bedroeg. Dat waren 32.500 mensen. Hun gemiddelde leeftijd bij overlijden was 76 jaar.
Op basis van de cijfers over de eerste drie kwartalen van 2016 van het CBS zijn vorig jaar naar schatting 146.500 mensen overleden. Dat betekent dat in 2016 in meer dan één op de vijf sterfgevallen sprake was van palliatieve sedatie in de thuissituatie. De SFK hanteert als kenmerk voor mensen in de thuissituatie, dat de rekening van hun farmaceutische zorg bij de zorgverzekeraar wordt ingediend.
In de praktijk is het aantal gevallen van palliatieve sedatie groter. De SFK heeft onvoldoende beeld van de mate waarin palliatieve sedatie ook in ziekenhuizen en verpleeghuizen plaatsvindt. De SFK beschikt niet over medicatiecijfers uit ziekenhuizen en slechts ten dele over cijfers uit verpleeghuizen. Omdat onbekend is hoe groot dat deel is, kan de SFK aan die cijfers geen kwantitatieve duiding ontlenen.