Stijging tariefinkomsten minder dan loonontwikkeling
De vraag naar farmaceutische zorg nam in 2016 beperkt toe
De gemiddelde stijging van de tarief-inkomsten per apotheek met 0,6% in 2016 bleek iets hoger te zijn dan de vraag naar farmaceutische zorg. De gemiddelde groei daarvan bedroeg, uitgedrukt in het aantal verstrekkingen, 0,2%. Er zijn in 2016 iets meer geneesmiddelen per voorschrift verstrekt, waardoor de totale hoeveelheid verstrekte geneesmiddelen in 2016, gemeten in standaarddagdoseringen (DDD), met 2,1% toenam.
De stijging van de tariefinkomsten bleef echter achter bij de overheidsbijdrage loonkostenontwikkeling (OVA), die bedroeg 1,86% voor 2016 (2,04% voor 2017). In andere zorgsectoren hanteert de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) dit percentage bij de tariefvaststelling. In de farmacie bemoeit de NZa zich sinds 2012 niet meer met de tarieven.
Vergoede zorg
In 2016 verstrekte een openbare apotheek gemiddeld 117.000 keer een receptplichtig geneesmiddel. De vergoeding hiervoor zorgde er samen met de vergoeding voor de prestaties farmaceutische zorg voor dat de WMG-tariefinkomsten gemiddeld € 644.000 per apotheek bedroegen. In 2015 was dat € 640.000. Met ingang van 2016 is het uitgiftegesprek bij een nieuw geneesmiddel geen aparte farmaceutische prestatie meer, maar is het weer onderdeel van het terhandstellingstarief.
De prestaties farmaceutische zorg die apotheken sinds 2016 uitvoeren zijn vooral medicatiebeoordelingen van patiënten met chronisch geneesmiddelengebruik en instructies voor het gebruik van geneesmiddel-gerelateerde hulpmiddelen.
De inkomsten aan niet receptplichtige geneesmiddelen uit het basispakket daalden in 2016 met 9% tot € 4000 per apotheek. Voor dat bedrag verstrekten apothekers 4300 keer zo’n geneesmiddel. Samen met de WMG-tarief-inkomsten komt het totaal aan inkomsten uit vergoede zorg uit op € 648.000.
Aan geneesmiddelkosten declareerde de gemiddelde apotheek € 1,53 miljoen bij de zorgverzekeraars, een stijging van 1,6%. Dit komt niet door prijsverhogingen van geneesmiddelen, maar vooral doordat naar verhouding iets meer duurdere middelen werden voorgeschreven.
Bovenstaande cijfers gelden voor de gemiddelde openbare apotheek in Nederland. Omdat de ‘reguliere’ wijkapotheken daarin een erg groot aandeel hebben, geven ze tevens een redelijk beeld van de gemiddelde wijkapotheek.
De gemiddelde dienstapotheek had in 2016 ‘slechts’ 24.000 terhandstellingen van geneesmiddelen uit het basispakket. Het tarief voor een terhandstelling in een dienstapotheek bedroeg in 2016 maximaal € 45. Er is een subsidieregeling van kracht die de kosten voor de terhandstelling boven dat bedrag vergoedt. De minister is overgegaan tot deze regeling nadat de tarieven voor dienstapotheken, in met name dunbevolkte gebieden, erg hoog uitkwamen na de introductie van een transparante, kostendekkende tariefregeling.
Het aantal terhandstellingen van de gemiddelde poliklinische apotheek steeg van 77.000 naar 83.000, een plus van 7,8%.