Voorschrijfreden meest vastgelegd bij fluconazol
Inkijkje in vastgelegde redenen van voorschrijven
De 23 in de regeling genoemde geneesmiddelen kunnen in verschillende doseringen bij meerdere indicaties worden voorgeschreven. Ze staan op de lijst omdat ze óf een smalle therapeutische breedte, óf mogelijk ernstige bijwerkingen hebben. Als de reden van voorschrijven op het recept staat, kan de apotheker verifiëren of de door de voorschrijver geadviseerde dosering van die middelen past bij de bedoelde toepassing. Voor het vastleggen van de reden van voorschrijven worden de zogenoemde ICPC1-coderingen gebruikt.
Omdat de SFK van een deel van de apotheken de reden van voorschrijven ontvangt, als die in het AIS bij de verstrekking is vastgelegd, is het mogelijk enig onderzoek te doen naar voorschrijfredenen. Cijfers van de SFK geven echter geen inzicht in de mate waarin voorschrijvers de reden van voorschrijven op het recept vermelden. Dat komt omdat onbekend is in welke mate de op een recept vermelde voorschijfreden ook daadwerkelijk in het AIS bij een verstrekking wordt vastgelegd.
Huisartsen
Het blijkt dat aan 97% van alle verstrekkingen waarbij een reden van voorschrijven is vastgelegd, een recept van een huisarts ten grondslag ligt. Voor maar 3% is dat dus een recept van een medisch specialist of een andere voorschrijver. Dat percentage lijkt laag maar zegt om bovenvermelde reden niets over de mate waarin specialisten en andere voorschrijvers de reden van voorschrijven op het recept vermelden. De huisartsrecepten worden, in tegenstelling tot die van specialisten, voor het merendeel digitaal door de apotheken ontvangen. Wellicht verloopt in het AIS de registratie van de voorschrijfreden van digitale (huisarts)recepten daarom eenvoudiger dan van de voorschrijfreden op niet-digitale (specialisten)recepten.
De lijst van 23
Ongeveer vier van de vijf verstrekkingen met een vastgelegde reden van voorschrijven betreft een verstrekking van een middel van de lijst van 23. Van die verstrekkingen heeft het antimycoticum fluconazol er de meeste op zijn naam. Het gaat daarbij – 2017 tot dusver – om 17,3% van de verstrekkingen van de middelen van de lijst van 23 met een vastgelegde reden van voorschrijven.
Uit de geregistreerde ICPC1-codering blijkt dat een vaginale candida-infectie bij 45% van die fluconazol- verstrekkingen de reden van voorschrijven is. Tweede op de lijst is het middel colchicine dat in meer dan 87% wordt voorgeschreven met de code jicht. De toepassing bij pericardits (ontsteking van het hartzakje) betreft 2% van de voorschrijfredenen bij dit middel. Bij metronidazol gaat het bij bijna de helft van verstrekkingen met een voorschrijfreden om een bacteriële vaginale infectie.