Aandeel merkloze medicijnen in 2018 wederom toegenomen
Nieuwe introducties maken behandeling met generieke middelen gemiddeld duurder
Fabrikanten mogen merkloze, generieke geneesmiddelen op de markt brengen als het patent van een spécialitégeneesmiddel is verlopen. Vanwege lagere prijzen komen de kosten van een behandeling met een generieke variant (veel) goedkoper uit dan die met het originele product. Generieke geneesmiddelen maakten in 2018 bijna 78% uit van alle verstrekkingen van receptplichtige geneesmiddelen die verzekeraars vergoeden. Daar staat tegenover dat ze verantwoordelijk zijn voor slechts 20% van de materiaalkosten van alle receptplichtige geneesmiddelen uit het basispakket. Ook dat aandeel is gestegen, want in 2017 was dat nog 18%.
Het aandeel van generieke middelen in het totaal van materiaalkosten nam in 2018 verhoudingsgewijs meer toe dan hun aandeel in het totaal aantal verstrekkingen. Dit leidde ertoe, dat generieke medicijnen gemiddeld duurder zijn geworden. Een behandeling met een generiek middel kostte in 2018 gemiddeld € 2,88 per maand, terwijl dat in 2017 nog € 2,66 was (+8%).
Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door de introductie van generieke varianten van naar verhouding dure spécialités. Zo kwam in 2018 cholesterolverlager ezetimib merkloos beschikbaar. Hoewel de prijs van de generieke variant ongeveer twee derde lager is dan die van het spécialité Ezetrol, komt een maandbehandeling met de generieke variant uit op ruim € 13 en van de generieke variant van de combinatie met simvastatine (Inegy) zelfs op ruim € 37. Omdat beide producten in 2018 een aanzienlijke omzet haalden, droegen ze naar verhouding veel bij aan de toename van gemiddelde kosten van generieke middelen.
Overige inkoopkanalen
Bijna 18% van de verstrekkingen van receptplichtige geneesmiddelen uit het basispakket betreft een spécialité. Samen zijn de spécialités verantwoordelijk voor 64% van de geneesmiddelkosten. Gemiddeld kost een behandeling met een spécialité ruim € 31 per maand. Dat is meer dan tien keer zoveel als met een generiek middel.
Apothekers verstrekten in 2018 in 97% van de gevallen een generieke variant als die ook beschikbaar was. Dit percentage – de substitutiegraad – is al jaren onverminderd zo hoog.
Als een fabrikant een geneesmiddel in een ander Europees land tegen een lagere prijs op de markt brengt dan in Nederland, loont het soms de moeite om dat middel officieel in Nederland te importeren. Dat wordt parallelimport genoemd. Het aandeel dat de materiaalkosten van deze groep middelen uitmaakte van alle kosten, daalde in 2018 met ruim 1%-punt naar 12,1%. Het aandeel dat bereidingen uitmaakte van de verstrekkingen daalde met een vijfde naar 1,4%, terwijl hun kostenaandeel vrijwel onveranderd bleef.