Tijdelijke toestemming: medicatiekosten verdubbeld
Geneesmiddelentekorten vaker opgevangen met medicatie uit het buitenland
Als een tekort ontstaat van een noodzakelijk geneesmiddel waarbij onvoldoende alternatieven verkrijgbaar zijn, kan de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) besluiten om tijdelijk toestemming te geven voor het importeren van geneesmiddelen zonder handelsvergunning. Apotheekhoudenden mogen dan tijdelijk vergelijkbare producten afleveren uit andere EU- of MRA-landen* zonder vooraf toestemming te vragen bij de IGJ. Ook hoeven zij geen administratie van artsenverklaringen meer bij te houden.
In G-Standaard
Deze in Nederland ongeregistreerde geneesmiddelen kunnen sinds augustus 2018 worden aangemeld voor opname in de G-Standaard in de productgroep Tijdelijke toestemming. Hierdoor kan medicatiebewaking plaatsvinden en is het declaratieverkeer transparant.
In 2018 werden de eerste producten opgenomen in deze productgroep en telde SFK ongeveer honderd verstrekkingen. In 2019 nam dit aantal toe tot 26.000 en in 2020 verviervoudigde dit bijna naar 101.000 verstrekkingen. In de eerste helft van 2021 alleen al werd meer verstrekt dan het voorafgaande jaar met 116.000 verstrekkingen. In 2020 en de eerste helft van 2021 hebben deze middelen € 5,9 miljoen gekost. De SFK schat dat dit anders € 2,9 miljoen was geweest; ruim een verdubbeling van de kosten.
Waar apothekers in 2020 de tekorten met de antibiotica flucloxacilline (17.000 verstrekkingen), benzylpenicillinebenzathine (15.000) en het antidepressivum fluoxetine (14.000) het vaakst oplosten met een product met Tijdelijke toestemming, is dit beeld in de eerste helft van 2021 totaal anders. In deze periode werden het antistollingsmedicijn fenprocoumon (29.000), het antibioticum nitrofurantoïne (21.000) en de bloeddrukverlager nifedipine (19.000) het meest verstrekt.
* Onder de MRA-landen vallen Australië, Canada, Israël, Japan, Nieuw-Zeeland, Zwitserland en de Verenigde Staten.
Stichting Farmaceutische Kengetallen: info@sfk.nl