Leveringsprobleem kost bij laagste prijs extra geld

Bij geneesmiddelen die niet preferent zijn aangewezen of volledig buiten het preferentiebeleid vallen, krijgen veel apothekers niet de inkoopprijs maar de laagste prijs vergoed. Deze is vaak gebaseerd op het geneesmiddel met de laagste prijs binnen een groep middelen met dezelfde werkzame stof, sterkte en toedieningsweg (PRK-niveau).

De SFK ontvangt van groothandels wekelijks een overzicht van alle geneesmiddelen die doorgaans direct leverbaar zijn, maar in die week bij ten minste twee van de vier volgesorteerde groothandels niet. De SFK onderzocht welke geneesmiddelen niet direct leverbaar waren, maar wel de laagste prijs hadden. Gekeken is naar de lijst van de laatste week van oktober. Deze groothandelslijst bevatte ruim 1000 middelen die niet direct leverbaar waren. Daarvan hadden 301 middelen de laagste prijs binnen hun PRK.

Grootste verschil

De prijsverschillen tussen het middel (of middelen) met de laagste prijs dat niet beschikbaar is en het wel beschikbare laagst-geprijsde middel, kunnen behoorlijk oplopen. Het grootste prijsverschil (per inkoopeenheid) was in de betreffende week te vinden bij capsules met 80 mg aprepitant. De laagste prijs is € 2,98 per stuk, terwijl de laagst-geprijsde wél beschikbare generieke variant € 9,50 kost.

Indien verzekeraars de laagste prijs vergoeden, leggen apothekers op een gemiddelde verstrekking van vijf stuks op deze manier zelf ruim € 32 toe wanneer ze kiezen voor het laagst-geprijsde leverbare alternatief. De inkoopprijs van sommige andere beschikbare alternatieven ligt nog hoger, waardoor apothekers bij de keuze voor die alternatieven nog meer geld toeleggen. Hiermee kosten leveringsproblemen apothekers niet alleen extra tijd bij het zoeken naar alternatieven, maar ook extra geld.

SFK voegde het kenmerk toe of een geneesmiddel de laagste prijs heeft én niet beschikbaar is aan het wekelijkse overzicht met niet-leverbare middelen. Zie sfk.nl/tekorten.

Stichting Farmaceutische Kengetallen: info@sfk.nl