Oogdruppels vooral gebruikt door ouderen, oordruppels vooral door kinderen

Na een dip in de coronajaren 2020 en 2021, toen het aantal gebruikers 2,1 miljoen bedroeg, was het aantal gebruikers in 2022 weer terug op het pre-coronaniveau. In 2023 is hun aantal verder toegenomen met ruim 5,4% ten opzichte van 2022. Van de 2,3 miljoen mensen gebruikte het merendeel (1,9 miljoen mensen) oogpreparaten en ruim 500.000 mensen oorpreparaten. Ruim 100.000 mensen gebruikten zowel een oog- als oorpreparaat.

Meest druppels

Voor toepassing in het oor werden voornamelijk oordruppels gebruikt (ruim 500.000 mensen) en namen de oorzalven een bescheiden plaats in met minder dan 10.000 gebruikers. Voor toepassing in het oog werden oogdruppels het meest gebruikt (1,5 miljoen mensen), gevolgd door oogzalf en ooggel (ieder 400.000 gebruikers). Van de 1,5 miljoen oogdruppelgebruikers gebruikten 500.000 mensen daarnaast ook een oogzalf of -gel.
Voor beide toedieningswegen geldt dat circa 10% van de gebruikers niet uitkwam met een geregistreerd preparaat en bijvoorbeeld een apotheekbereiding of een geïmporteerd product met tijdelijke toestemming gebruikte.

Leeftijd gebruikers

Oorpreparaten werden relatief veel door 5- en 6-jarigen gebruikt, een leeftijd waarop veel kinderen zwemles krijgen. Apotheken verstrekten aan bijna zeventig op de duizend kinderen van deze leeftijden een oorpreparaat. Vervolgens nam het gebruik af naar twintig op de duizend rond het 20ste levensjaar, waarna het weer gestaag toenam tot bijna veertig op de duizend onder de 70’ers.
Oogpreparaten laten een ander beeld zien met de leeftijd. Onder 20-jarigen gebruikten vijftig op de duizend een oogpreparaat. Met de leeftijd steeg het gebruik naar honderd op de duizend onder 55-jarigen en naar ruim driehonderd op de duizend onder 88-jarigen.

Stichting Farmaceutische Kengetallen: info@sfk.nl